Wijziging van de griffierechten per 01.06.2015: wie een burgerlijke rechtszaak wenst aan te spannen zal meer moeten betalen. 09/06/15
1. Op 01.06.2015 trad de wet dd. 28.04.2015 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten teneinde de griffierechten te hervormen en het bijhorend KB van 12.05.2015 in werking.
Deze wet heeft tot doel de rolrechten te hervormen, te vereenvoudigen en te moderniseren.
N.B. Een rolrecht is een bedrag dat je aan de rechtbank moet betalen indien je een geding wil starten.
De wet voert een algemeen tarief in voor burgerlijke rechtbanken, met een bijzonder stelsel voor de arbeidsrechtbanken en de fiscale kamers en een voorkeurtarief voor de familierechtbanken.
De aanpassing van de rolrechten zal dus niet gelden in strafzaken.
2. Het rolrecht zal worden geheven bij het inleiden van een vordering in het kader van een bepaald rechtsgeding.
Er wordt wel enkel rekening gehouden met de hoofdvordering; er is aldus geen nieuw rolrecht verschuldigd voor het inleiden van incidentele of aanvullende vorderingen die geen nieuwe inschrijving op de rol tot gevolg hebben, zoals bv. een tegenvordering of een vordering in tussenkomst en vrijwaring.
3. Vanaf 01.06.2015 gelden er 4 tariefstelsels:
- een voorkeurtarief voor familierechtbanken waarbij een rolrecht geldt t.b.v. 100,00 EUR, ongeacht de waarde van de vordering en het aantal partijen;
- een enig rolrecht t.b.v. 1.000,00 EUR voor het inleiden van een procedure van gerechtelijke reorganisatie m.b.t. de continuïteit van de ondernemingen (reeds in voege sinds januari 2015);
- een bijzonder stelsel voor de arbeidsrechtbanken en de fiscale kamers, en
- een algemeen progressief tarief voor de burgerlijke rechtbanken: hoe hoger het bedrag van de vordering, hoe hoger het rolrecht.
Bijzonder stelsel voor arbeidsrechtbanken en fiscale rechtbanken
Alle betwistingen inzake belastingen (bevoegdheid van de fiscale kamers) en aangelegenheden m.b.t. sociale wetgeving (bevoegdheid van de arbeidsrechtbanken) zijn vrijgesteld van rolrechten wanneer de waarde van de vordering niet hoger is dan 250.000,00 EUR.
Wanneer de waarde van de vordering 250.000,00 EUR overstijgt geldt een algemeen progressief tarief.
Een overzicht van het tarief vindt u hieronder:
Aard van de rechtbank | Waarde van de vordering | Bedrag van het recht |
Arbeidsrechtbank en fiscale kamers van de rechtbank van eerste aanleg (1ste graad) |
- tot € 250.000 |
- |
- van € 250.000,01 tot € 500.000 | € 300 | |
- meer dan € 500.000 |
€ 500 | |
Arbeidshof en fiscale kamers van het hof van beroep(beroep) | - tot € 250.000 | - |
- van € 250.000,01 tot € 500.000 | € 600 | |
- meer dan € 500.000 | € 800 | |
Hof van Cassatie voor de voorzieningen tegen beslissingen van de arbeidsrechtbanken en de fiscale kamers | - tot € 250.000 | - |
- van € 250.000,01 tot € 500.000 | € 800 | |
- meer dan € 500.000 | € 1.200 |
Dit tarief, progressief en in schrijven, wijzigt volgens de aard van de rechtbank, de aanleg en de waarde van de vordering en is van toepassing per eisende partij.
Algemeen tarief burgerlijke rechtbanken
Het algemeen tarief in burgerlijke zaken is eveneens progressief en in schijven. Het wijzigt binnen iedere rechtbank in functie van het bedrag van de vordering én is, behoudens enkele uitzonderingen, verschuldigd per eisende partij.
Een overzicht van het algemeen tarief vindt u hieronder:
Aard van de rechtbank |
Waarde van de vordering |
Bedrag van het recht |
Vredegerecht Politierechtbank |
- tot € 2.500 of niet in geld waardeerbare vorderingen |
€ 40 |
- boven de € 2.500 |
€ 80 | |
Rechtbank eerste aanleg BEHALVE de familierechtbank en de fiscale kamers Rechtbank van koophandel |
- tot € 25.000 of niet in geld waardeerbare vorderingen | € 100 |
- van € 25.000,01 tot € 250.000 | € 200 | |
- van € 250.000,01 tot € 500.000 | € 300 | |
- meer dan € 500.000 | € 500 | |
Hof van beroep, BEHALVE rechtsmiddelen tegen: - beslissingen van de familierechtbank of de vrederechter in familiale aangelegenheden; - beslissingen van de rechtbank van eerste aanleg in fiscale aangelegenheden (fiscale kamers) |
- tot € 25.000 of niet in geld waardeerbare vorderingen | € 210 |
- van € 25.000,01 tot € 250.000 | € 400 | |
- van € 250.000,01 tot € 500.000 | € 600 | |
- meer dan € 500.000 | € 800 | |
Hof van Cassatie BEHALVE voorzieningen tegen beslissingen van de arbeidsrechtbank of de fiscale kamers | - tot € 25.000 of niet in geld waardeerbare vorderingen | € 375 |
- van € 25.000,01 tot € 250.000 | € 500 | |
- van € 250.000,01 tot € 500.000 | € 800 | |
- meer dan € 500.000 | € 1.200 |
Pro-fiscoverklaring
Om het algemeen rolrecht te kunnen bepalen moet elke partij bij de gedinginleidende akte (verzoekschrift of een dagvaarding) een pro-fiscoverklaring voegen met opgave van de geschatte waarde van de vordering (of met de melding dat de vordering niet in geld waardeerbaar is).
De waarde van de vordering wordt aldus beoordeeld op het ogenblik van de neerlegging van de akte van rechtsingang zonder rekening te houden met wijzigingen van het voorwerp van de vordering.
Bij het bepalen van de waarde van de vordering dient men rekening te houden met de hoofdvordering en de verschuldigde en vervallen intresten (en dus niet met gerechtelijke intresten, procedurekosten en dwangsommen)
Zonder deze pro-fiscoverklaring zal de akte door de griffie niet worden ingeschreven en is aldus de procedure niet aanhangig.
Besluit
Minister van Justitie Geens meent dat deze verhoging de toegang tot justitie niet zal belemmeren, maar wil op deze wijze de mensen wel bewegen naar bemiddeling.
Het is maar zeer de vraag of deze verhoging, die overigens met de snelheid van het licht werd doorgevoerd, geen gevolgen zal hebben.
Een onderzoek van de Raad voor de rechtspraak in Nederland, waar de griffierechten in 2012 een eerste maal werden verhoogd en vervolgens nogmaals in 2014, heeft immers aangetoond dat het aantal handelszaken met beperkt financieel belang tussen 2010 en 2013 met 26% is gedaald.
Deze daling is te verklaren doordat handelaars, ingevolge de stijging van de rolrechten, calculerend gedrag gaan vertonen en bevordert aldus ontduikingsgedrag van malafide debiteuren.
De Orde van Vlaamse Balies meent dat de toegang tot het gerecht voor de rechtzoekenden minder evident wordt.
Tenslotte weze het opgemerkt dat vorderingen die aanleiding kunnen geven tot een veroordeling van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten (en hun instellingen en inrichtingen) niet zijn onderworpen aan het verhoogde rolrecht.
Bij een veroordeling zou dit immers tot gevolg hebben dat de overheid deze verhoogde rolrechten zelf zou moeten dragen…